Ga direct naar: navigatie
Ga direct naar: inhoud

Reglement wetenschapscommissies KNAW

Het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, gelet op het bepaalde in het Reglement van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen besluit tot vaststelling van het Reglement Wetenschapscommissies KNAW.

Artikel 1. Samenstelling, benoeming en ontslag

  1. Elk instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen heeft een wetenschapscommissie, bestaande uit ten minste drie en ten hoogste zeven leden.
  2. De leden van de wetenschapscommissie inclusief de voorzitter worden op voorstel van de algemeen directeur (her-) benoemd door het bestuur. Alvorens de algemeen directeur een voorstel doet aan het bestuur, overlegt de algemeen directeur met de instituutsdirecteur en de wetenschapscommissie van het desbetreffende instituut.
  3. Voor benoeming als lid van de wetenschapscommissie komen niet in aanmerking: a. de leden van het bestuur van de KNAW; b. de personeelsleden van de KNAW.
  4. De leden worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar en zijn eenmaal voor een periode van maximaal vier jaar herbenoembaar. Ze kunnen tussentijds worden ontslagen door het bestuur.
  5. De leden zijn op het moment van benoeming of herbenoeming nog geen 67 jaar.

Artikel 2. Taken

De wetenschapscommissie adviseert de directeur van het desbetreffende instituut, de algemeen directeur en het bestuur over het meerjarenplan van het instituut, in het bijzonder betreffende de aard, de richting en de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek. De advisering kan zowel gevraagd als ongevraagd plaatsvinden.

Artikel 3. Externe evaluatie

Bij de zesjaarlijkse externe evaluatie van het instituut wordt het rapport van de door het bestuur ingestelde evaluatiecommissie ter kennis gebracht van de wetenschapscommissie. De wetenschapscommissie wordt daarbij in de gelegenheid gesteld haar commentaar op het rapport uit te brengen aan de instituutsdirecteur, die het rapport alsmede het commentaar van de wetenschapscommissie en zijn zienswijze ten aanzien van dit commentaar ter kennis brengt van de algemeen directeur, die vervolgens het bestuur in kennis stelt.

Artikel 4. Rooster van aftreden, werkwijze en ondersteuning

  1. Na voor de eerste maal te zijn samengesteld, stelt de wetenschapscommissie na overleg met de algemeen directeur een rooster van aftreden vast, dat na de vaststelling ter kennis wordt gebracht van de algemeen directeur.
  2. De wetenschapscommissie wordt ambtelijk ondersteund vanuit het betreffende instituut.
  3. De wetenschapscommissie vergadert ten minste één maal per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter of twee andere leden dit nodig achten. Een verzoek van leden tot het houden van een vergadering wordt schriftelijk onder aanduiding van de vergaderonderwerpen aan de voorzitter meegedeeld, die binnen vier weken na ontvangst van het verzoek een vergadering doet houden.
  4. De wetenschapscommissie kan de instituutsdirecteur uitnodigen in haar vergadering.
  5. De wetenschapscommissie kan besluiten een deel van haar vergadering besloten te houden. Zij doet dit in ieder geval bij het formuleren van het commentaar genoemd in artikel 3 van dit reglement.

Artikel 5. Slot- en overgangsbepalingen

  1. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
  2. Het bestuur kan besluiten dit reglement te wijzigen, op voorstel van de algemeen directeur.
  3. Dit reglement kan worden aangehaald als ‘Reglement wetenschapscommissies KNAW’.
  4. Dit reglement treedt in werking op 1 juni 2016 en vervangt het Reglement wetenschapscommissies KNAW-Instituut van 1 mei 2011.

 

Vastgesteld door het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen op 1 november 2003 en nadien gewijzigd op 29 november 2010, 1 mei 2011, 9 mei 2016 en 12 februari 2019.

Blijf op de hoogte

Schrijf u in en kies zelf welke nieuwsbrieven u wilt ontvangen.