Wanneer beschikbare studieplaatsen worden verdeeld door middel van loting, spelen inhoudelijke argumenten geen rol meer. Loting geeft alle kandidaten dezelfde kansen, maar gaat voorbij aan hun individuele kwaliteiten. Ook is er geen aandacht voor mogelijke alternatieven. Is dit rechtvaardig, of juist niet? Onder welke voorwaarden is de gelijkheid van loting aanvaardbaar of zelfs wenselijk?
Ook in Nederland wordt loting de laatste dertig jaar steeds vaker toegepast als verdelingsinstrument. Loting bij de toegang tot onderwijs staat nu sterk ter discussie. De sprekers van deze KNAW-themamiddag stellen eerst historische en filosofische vragen over de rechtvaardigheid van loting. Daarna spitst het debat zich toe op loting in het hoger onderwijs. Wat is de waarde van loting vergeleken met andere selectiemethoden?
Kan loting tot een rechtvaardige allocatie leiden?
Ingrid Robeyns, Erasmus Universiteit Rotterdam
Waarom werden in klassiek Athene politieke ambten verdeeld door loting?
Josine Blok, Universiteit Utrecht
Loting bij geneeskunde. Uitwas van de jaren ‘60?
Margo Trappenburg (UU)
Loting en andere vormen van selectie bij HBO‐fysiotherapie
Martijn van het Hoofd (Hogeschool Utrecht)
Selectieve propedeuse. Zelfselectie bij HBO‐oogzorg
Nancy Hartgring (Hogeschool Utrecht)
Decentrale selectie bij mondzorgkunde
Ida Hogendoorn (Hogeschool Utrecht)
Loting voor de studie geneeskunde?
Pieter Drenth (VU)
Gewogen loting of selectie voor de medische studie? Over eerlijkheid, voorspelling en het Hawthorne‐effect
Olle ten Cate (UMCU)