Ga direct naar: navigatie
Ga direct naar: inhoud
20256 pagina's

Wetenschap in roerige tijden

    Jaarrede 5 juni 2025, door Marileen Dogterom, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

    Geachte aanwezigen, leden van de KNAW, leden van de Jonge Akademie, leden van de Akademie van Kunsten, genodigden en belangstellenden. 

    Ook namens mij van harte welkom in het Trippenhuis met een speciaal welkom aan professor Philomena Essed, de ontvanger van onze Akademiepenning later vanmiddag.

    Ik wil allereest allen die zich ook in het afgelopen jaar weer op veel verschillende manieren voor de KNAW hebben ingezet heel hartelijk bedanken. Ik wil al onze partners, in binnen- en buitenland ook hartelijk bedanken voor hun betrokkenheid bij de KNAW en u allen voor uw aanwezigheid hier vandaag.

    Vandaag sluiten we onze maand van de vrijheid af. Die begon op 5 mei met een vrijheidslunch in het Trippenhuis voor onze buren. Vervolgens waren er verschillende bijeenkomsten in samenwerking met onder andere de Balie. Ook vierden we het 80-jarig bestaan van ons NIOD. Op 15 mei brachten we een rapport uit over de academische vrijheid in Nederland. En nu sluiten we die maand van de vrijheid af met de Akademiemiddag.

    Het thema van vandaag is ‘Wetenschap in roerige tijden’ en ik wil onze sprekers van vandaag hartelijk danken voor het geven van hun visie op het heden en de herinnering aan het verleden. Ik kijk uit naar het panelgesprek dat hierna nog zal volgen over ditzelfde onderwerp.

    En ja, het zijn roerige tijden voor de wetenschap. Er is het afgelopen jaar veel gebeurd rondom de wetenschap waar we onze zorgen over hebben uitgesproken. We stonden in november met een grote advertentie namens onze leden in de krant omdat we ons zorgen maakten over de grote bezuinigingen op wetenschap en innovatie die het ondertussen demissionaire kabinet voorstelde. En daarna stonden we samen met vele anderen op het Malieveld. 

    Daarnaast maken wij ons ook zorgen over de mate waarin de academische vrijheid in Nederland onder druk staat en kijken met grote bezorgdheid naar wat er elke dag opnieuw met de academische vrijheid en de wetenschap in de Verenigde Staten gebeurt. 

    Wetenschap voor de maatschappij

    Maar laten we ook vooruitkijken!

    In ons rapport over academische vrijheid van afgelopen maand geven we concrete adviezen over wat de overheid zou kunnen doen, en niet zou moeten doen, om de academische vrijheid in Nederland te bewaken. Zoals het ruimte geven aan ongebonden onderzoek, het schrappen van de geplande taaltoets en het opkomen voor wetenschappers die bedreigd worden. En dat is belangrijk! Ook UNESCO Nederland en de rectoren van de Nederlandse universiteiten hebben daar in de afgelopen weken toe opgeroepen. 

    Daarnaast is het natuurlijk ook belangrijk om na te denken over wat de wetenschap zelf nog meer kan doen en vandaag leek mij een mooie dag om daar de nadruk op te leggen. Hoe werkt dat ook alweer, wetenschap bedrijven die nu of op termijn van belang is voor de maatschappij? Waarom is academische vrijheid daarvoor nodig en welke verantwoordelijkheden horen daarbij? Kortom, hoe zorgen we dat we onze belofte aan de maatschappij waar maken?

    Ik wil dit doen aan de hand van een drietal wetenschappelijke doorbraken, inzichten en ontwikkelingen die het de afgelopen maand tot nationaal nieuws geschopt hebben. Ieder van deze voorbeelden heeft vandaag impact op de maatschappij, maar vertelt ook een verhaal dat terugkijkt en vooruitkijkt in de tijd.

    Wetenschap is van de lange adem

    Het eerste voorbeeld is dit nieuwsbericht dat op 17 mei in de Volkskrant stond. Voor het eerst was het in een ziekenhuis in Philadelphia gelukt om een pasgeboren baby, in ieder geval voorlopig, te genezen van een dodelijke ziekte ingegeven door een fout in de genetische code van een enkel eiwit. Met behulp van gepersonaliseerde medicatie kon in levercellen de genetische code van dit eiwit worden aangepast, en de natuurlijke functie van het eiwit worden hersteld. Deze medische doorbraak kwam voor een groot deel tot stand dankzij publiek geld dat jarenlang beschikbaar is gesteld door NIH. Het type publiek geld dat op dit moment harde klappen krijgt in de Verenigde Staten.

    Aan de basis van dit succes staat de ondertussen welbekende CRISPR-technologie die het mogelijk maakt om gericht stukjes DNA aan te passen. In 2020 kregen de Franse wetenschapper Emmanuelle Charpentier en de Amerikaanse wetenschapper Jennifer Doudna voor dit onderzoek de Nobelprijs in de Scheikunde, op basis van een doorbraak die zij gezamenlijk publiceerden in 2012. Het verhaal gaat dat zij elkaar in 2011 ontmoetten in een café in Puerto Rico bij een internationaal congres en ter plekke besloten hun krachten te bundelen. Het type internationale ontmoetingen dat op dit moment ook onder grote druk staat in de Verenigde Staten.

    Dit voorbeeld illustreert dat wetenschap een zaak van de lange adem is. Deze doorbraak kwam tot stand dankzij decennia van publiek gefinancierd onderzoek naar genetica, moleculaire biologie en gentherapie. Het benadrukt het belang van investeren in ongebonden onderzoek, ook als de maatschappelijke toepassing nog niet direct zichtbaar is. 

    Dit voorbeeld laat ook het grote belang zien van het stellen van ethische vragen rondom de toepassingen van onderzoek, ook één van de verantwoordelijkheden van de wetenschap. Hoe wenselijk is het om op DNA-niveau in te grijpen in het menselijke lichaam? Hoe kostbaar en daarmee toegankelijk voor verschillende bevolkingsgroepen zijn deze nieuwe therapieën? En hoe houdbaar is de gezondheidszorg op termijn met het alsmaar toenemende repertoire van behandeltechnieken?

    Wetenschap verbindt het verleden met het heden

    Het tweede voorbeeld betreft een nieuwsbericht van 21 mei in het Parool. Op die dag promoveerde Jeroen Kemperman, onderzoeker van het KNAW-instituut NIOD voor oorlogs-, holocaust- en genocide studies bij de Universiteit van Amsterdam. Op verzoek van de gemeente Amsterdam onderzocht hij de rol van de stad bij de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn conclusies waren niet mals: de gemeente Amsterdam speelde ‘een centrale rol bij de Jodenvervolging en de uitsluiting en ontrechting van haar Joodse inwoners’. De maatschappelijke impact van dit onderzoek is direct voelbaar. Burgemeester Femke Halsema heeft op basis van dit onderzoek formeel excuses aangeboden voor de rol die de stad speelde tijdens de Holocaust.

    Dit historisch onderzoek over de Tweede Wereldoorlog heeft ook op een andere manier wellicht betekenis voor de maatschappij vandaag. Het onderzoek laat immers zien hoe mensen zich gedragen onder druk en onder welke omstandigheden de democratie opzij geschoven kan worden. Hoewel het altijd riskant is directe parallellen tussen verleden en heden te trekken, kan dit onderzoek ons wel aan het denken zetten, en ons misschien weerbaarder en alerter maken.

    En er is nog een manier waarop de expertise van het NIOD van actueel belang is. De maatschappij en ook de academische wereld worstelen met de vraag hoe ons te verhouden tot de huidige oorlog in Gaza. Het is van groot belang dat wetenschappers vanuit hun expertise bijdragen aan de publieke dialoog over dit onderwerp zoals het NIOD dat ook doet. Vorige week nog was de directeur van het NIOD, Martijn Eickhoff in de Tweede Kamer te gast om over zijn duiding van het geweld in Gaza te spreken. 

    Wetenschap informeert langetermijnbeleid 

    Het derde voorbeeld betreft een bericht dat, ook op 17 mei, op de website van de NOS verscheen. Het bericht had te maken met een rapportage over het CO2-gehalte in de atmosfeer die jaarlijks door wetenschappers beschikbaar wordt gesteld. Een rapportage die onder andere leunt op metingen die door het Amerikaanse NOAA gedaan worden, een publieke organisatie die ook onder vuur ligt in de VS. 

    Dat het gemiddelde CO2-gehalte jaar op jaar toeneemt is al langer bekend, maar er was nu een stijging geconstateerd die hoger was dan verwacht. Deze extra stijging is mogelijk, met de nadruk op het woord mogelijk, te verklaren doordat de natuur zelf steeds minder in staat is CO2 op te nemen. In het NOS-bericht komt onder anderen KNAW-lid Guido van der Werf aan het woord die gespecialiseerd is in bosbranden en CO2. Hij vertelt dat de extra CO2 onder andere lijkt te komen doordat er meer CO2-uitstoot plaats vindt door een toenemend aantal bosbranden en tegelijkertijd de bossen wereldwijd minder CO2 opnemen. 

    Dit type onderzoek is heel belangrijk voor het informeren van langetermijnbeleid rondom de klimaatproblematiek, maar ook om na te denken hoe überhaupt om te gaan met een toenemend aantal bosbranden. Op 19 mei verscheen een beleidsadvies van EASAC dat gaat over het terugdringen van, en omgaan met, het toenemend aantal bosbranden in Europa. EASAC is de European Academies Science Advisory Council, een netwerk van Europese academies van wetenschappen die het beleid in Brussel en Europese lidstaten informeert. Bij het opstellen van rapporten maakt EASAC gebruik van de expertise van wetenschappers zoals Guido van der Werf. 

    Rondom dit onderwerp ontstaat ook vaak een discussie over de wenselijkheid van wetenschappelijk activisme. Wetenschappers die niet alleen over hun bevindingen rapporteren maar de maatschappij ook nadrukkelijk oproepen actie te ondernemen. Het is aan de politiek om beslissingen te nemen over klimaatbeleid, en aan wetenschappers om daarvoor relevante kennis aan te leveren. Maar hoe precies het beleid te informeren levert voor wetenschappers soms dilemma’s op. Zoals Guido van der Werf het verwoordt: ‘Het blijft een lastige afweging tussen wetenschappelijke voorzichtigheid en op tijd waarschuwen.'

    Vrijheid en verantwoordelijkheid

    Deze voorbeelden, en ik had vast heel andere voorbeelden kunnen gebruiken als ik het nieuws van een andere maand had gekozen, laten mooi de opdracht van de wetenschap zien. Ze laten zien hoe het stellen van ongebonden vragen, in eerste instantie soms puur gedreven door nieuwgierigheid, zich verhoudt tot de verantwoordelijkheden die daarbij horen, naar de wetenschap en de maatschappij toe, nu en in de toekomst.

    Voor het goed functioneren van de wetenschap is academische vrijheid van belang. De vrijheid om vragen te stellen, wetenschappelijke methodes te kiezen en zonder negatieve consequenties over de resultaten te kunnen communiceren. Voor het goed functioneren van de Nederlandse samenleving moeten burgers er bovendien op kunnen vertrouwen dat zij voorzien worden van kennis die niet is gestuurd door belangen van politiek, overheid of bedrijfsleven. Dat alle voor de samenleving belangrijke perspectieven door wetenschappers belicht worden, vrij van ideologische of andere vooringenomenheid, en zonder dat voor de politiek onwelgevallige kennis uit het publieke debat geweerd wordt. 

    En hier is best nog wat werk te doen. In zijn afscheidsrede afgelopen jaar waarschuwde KNAW-lid Mark Bovens ervoor dat ‘universiteiten door grote delen van de samenleving worden gezien als niet van ons’. Hij stelt de terechte vraag of de wetenschap wel alle voor de samenleving belangrijke problemen adresseert. Een rapport van Technopolis uit 2023 laat bovendien zien dat zelfcensuur bij onderzoekers, docenten en studenten in Nederland voorkomt. Dit komt door bedreigingen die onderzoekers ondervinden wanneer zij zich vanuit hun expertise mengen in het publieke debat, maar wordt ook gevoed door interne processen binnen de academische gemeenschap. Ook hier ligt nog een duidelijke opdracht aan onszelf. 

    Hoe nu vooruit?

    Hoe nu vooruit? Het is belangrijk dat de wetenschap altijd kritisch naar zichzelf blijft kijken en zich aanpast aan de veranderende behoefte van de maatschappij. Het is belangrijk dat zij openstaat voor kritiek van buitenaf en dat zij nieuwe manieren zoekt en vindt om de dialoog met de maatschappij aan te gaan, zoals we daar net een mooi voorbeeld van hebben gehoord.

    Tegelijkertijd is het ook een grote verantwoordelijkheid voor de wetenschap om haar oog op de bal te houden. Onze opdracht blijft om in alle domeinen van de wetenschap nieuwe kennis te ontwikkelen en nieuwe verbanden te leggen die nu of in de toekomst relevant voor de maatschappij kunnen zijn.  

    Daarnaast zie ik het ook als een opdracht aan ons allen om te blijven waken over het academisch bestel. Dus opkomen en aandacht vragen voor het belang en de waarden van de wetenschap. Bij het vormen van een nieuwe regering zullen wij opnieuw krachtig pleiten voor investeringen in onderzoek en innovatie, voor investeringen in een volgende generatie, voor waardering van internationaal talent, voor het belang van internationale samenwerking en voor bescherming van de academische vrijheid.

    Ook vanuit onze adviesfunctie zullen wij ons blijven inspannen voor het verder verbeteren van het academisch bestel in Nederland. 

    Naar aanleiding van onder andere ons rapport over academische vrijheid heeft de minister afgelopen vrijdag aan de Tweede Kamer laten weten dat hij de KNAW om advies zal vragen of de huidige wettelijke verankering van academische vrijheid in Nederland voldoende is. Daarnaast heeft hij aangekondigd dat hij de KNAW om advies zal vragen over het onderscheid tussen academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting bij activisme vanuit de wetenschap. Wij zien uit naar deze adviesaanvragen.

    Daarnaast hebben wij zelf op ons genomen om een analyse uit te voeren van de bekostigingssystematiek van academisch onderzoek en onderwijs in Nederland. Het zal in de toekomst steeds belangrijker worden om een systeem te creëren dat voldoende ruimte laat voor ongebonden onderzoek en daarnaast onderlinge samenwerking bevordert, iets wat op dit moment beide niet in voldoende mate het geval is. Wij hopen met scenario’s te komen voor alternatieven waarmee wij deze minister of zijn opvolger bij het denken hierover kunnen helpen. 

    Choose Europe for Science

    Als laatste wil ik het, net als vorig jaar, graag hebben over Europa. Toen was het thema van de Akademiemiddag ‘Wetenschap kent geen grenzen’ en het afgelopen jaar hebben we gezien dat helaas ook de bedreiging van de wetenschap geen grenzen kent. De felle aanval op de wetenschap in de Verenigde Staten heeft direct consequenties voor de wetenschap in Nederland en Europa. 

    Twee weken geleden was ik te gast in de Tweede Kamer om te spreken over wat er in Amerika gebeurt en over mogelijke gerelateerde bedreigingen van de academische vrijheid in Nederland. Een week later organiseerden de WRR en de AWTI een debat over kansen en bedreigingen voor Innovatie, Wetenschap en R&D in tijden van Amerikaanse isolationisme. En uiteraard werd in beide discussies de link met Europa al snel gelegd.

    Net als voor weerbaarheid en strategische autonomie, ligt voor de wetenschap de weg vooruit natuurlijk in een betere samenwerking en meer gezamenlijke investeringen in Europa, inclusief het toewerken naar digitale autonomie. 

    'Choose Europe for Science' zei Ursula von der Leyen in haar rede bij de Sorbonne Universiteit op 5 mei. En ze voegde daaraan toe: 'Our first priority is to ensure that science in Europe remains open and free.' 

    En dat lijkt me een mooie zin om mee af te sluiten.

    Blijf op de hoogte

    Schrijf u in en kies zelf welke nieuwsbrieven u wilt ontvangen.